drumstel
Inhoudsopgave
Inleiding blz
Hoofdstuk 1: Wat is een drumstel blz
Hoofdstuk 2: Geschiedenis van het drumstel blz
Hoofdstuk 3: Soorten muziek blz
Hoofdstuk 4: Elektronisch drumstel blz
Hoofdstuk 5: Noten lezen blz
Hoofdstuk 6: Hoe wordt een drumstel gemaakt blz
Hoofdstuk 7: Bekende drummers blz
Hoofdstuk 8: Drumweetjes blz
Slotwoord blz
Hoofdstuk 1: Wat is een drumstel
Een drumstel is een slaginstrument dat uit verschillende percussie-instrumenten bestaat.
Het drumstel wordt door één persoon bespeeld. Dat persoon noem je een drummer. De functie van een drummer is het ondersteunen en de maat aangeven van de band. Een drummer word daardoor ook wel de ruggengraat van de band genoemd.
Het drumstel bestaat meestal uit een snare-drum (een drum met snaren) , een bass-drum (de drum die je speelt met je voet), een hi-hat, twee toms (trommels), een floor-tom (trommel op de grond) en nog wat bekkens. Je kan er nog wat koebellen, triangels en tamboerijnen aan vast maken. De snare-drum is erg bijzonder want onder de trommel zitten snaren die je kan spannen en laten hangen. zo krijg je een heel ander geluid.
Als je super erg goed in drummen bent, kan je naar een conservatorium.
Dat is een school voor drummers en andere muzikanten. Je kan het bij je middelbare school doen maar je kan het ook doen als HBO opleiding.
Hoofdstuk 2: Geschiedenis van het drumstel
De mens drumt veel langer dan we denken. De eerste drummer ter wereld sloeg met zijn tak of bot op een holle boomstam. Daarna ontdekte hij dat het veel mooier en harder klonk als je over de opening van die stam een dierenhuid strak trekt met een touw. Dit is de oervorm van alle trommels. In veel culturen bestaan zulke trommels nog steeds.
De eerste drumstellen werden ontworpen rond 1899 maar die zagen er heel anders uit dan de drumstellen van nu. De hi-hat werd bijvoorbeeld nog niet gebruikt. De mensen speelden toen alleen nog met de ride (een soort bekken), snaredrum en de bassdrum.
Een orkest had vaak meer mensen nodig omdat elk onderdeel apart moest worden bespeeld. Daarom werd daarna een manier bedacht om verschillende slaginstrumenten samen te voegen. En daarna gingen ze ook de voeten gebruiken. Door pedalen te gebruiken konden ze ook de bassdrum bespelen.
Zo ontstond het drumstel.
Het drumstel zag er toen nog wel heel anders uit dan het drumstel dat we nu kennen. Er was toen nog geen hi-hat. En er zaten ook niet erg veel bekkens op. Het drumstel dat we nu kennen bestaat nog maar ongeveer tachtig jaar.
Het werd toen ook niet veel gebruikt. De eerste band van Elvis Presley had geen drummer. Dat kun je heel goed horen op de studio opname van That’s Allright Mama. Het drumachtige getik wat je hoort, is het slaan op de snaren van de contrabas.
Hoofdstuk 3: Soorten muziek
Er zijn ontzettend veel muziekstijlen zoals: pop, klassiek, reggae, rock, jazz en funk.
De Jazz muziek was de eerste muziekstijl waarin werd gedrumd.
Bekende drummers uit die tijd zijn Elvin Jones, Art Blakey en Max Roach.
Die muziek was heel belangrijk in
de muziek die later ontstond. Ook nu nog zijn ritmes uit die tijd
heel bekend en worden nog vaak gebruikt.
Rond de jaren 1950
en 1960 ontstond de opstelling die bands nu nog vaak hebben:
zanger,
drummer, gitarist, bassist en pianist.
Toen moest de drummer vooral het
tempo en de maat aangeven. Later kreeg de drummer een grotere rol in
de band.
In de jaren 70 kreeg je ook veel hardere muziek.
Zoals hardrock of heavy metal.
Toen gingen drummers ook meer
solo’s geven.
Daarna werd de pop erg populair. Popmuziek ontstond door de uitvinding van de elektrische gitaar en de elektrische bas die samen met het drumstel de basis vormden voor bijna alle popnummers.
Daarna
kwam er steeds meer elektronische muziek.
Het drumstel werd vaker
vervangen door een computer die drumgeluiden maakt. Dat hoor je vaak
in muziek uit de jaren 80.
Bij volksmuziek, jazz en klassieke
muziek hoor je nooit muziek die gemaakt wordt door computers, dat
moet altijd echt zijn.
Met drumcomputers kon de band optreden zonder drummer. Dat vonden drummers natuurlijk helemaal niets!
Rond dezelfde tijd werden ook elektronische drumstellen uitgevonden. Daar vertel ik over in hoofdstuk vier.
Hoofdstuk 4: Elektronisch drumstel
In dezelfde jaren als de
drumcomputer werd ook het elektronisch drumstel uitgevonden. Het was
eigenlijk een gewoon drumstel en een drumcomputer samen.
Het
was super handig want vanaf toen kon je het geluid van het drumstel
zelf bepalen.
Ook hoef je hierbij geen
gehoorbescherming meer op, en je buren klagen dan niet dat het veel
te hard is.
En je kan het soort geluid ook zelf bepalen, als je
bijvoorbeeld’ een raggae-geluid wil, kan je dat instellen.
Het is ook handig dat in plaats van enorm grote trommels je nu op kleine pads kan slaan, daardoor is het ook mogelijk om een elektronisch drumstel in te klappen als je hem wilt vervoeren.
Een pad is een ronde schijf met daarin allemaal sensoren. Als je daar op slaat geven die sensoren een signaal door zodat je daarna het geluid hoort.
Als je gewend bent om op een akoestisch drumstel te spelen is het dus wel even wennen. De trommels zijn veel kleiner en de stokken veren slechter op het vel. Over het algemeen spelen de meeste drummers toch het liefst op een akoestische drumstel
Hoofdstuk 5: Noten lezen
Bij
een drumstel is een van allerbelangrijkste dingen dat je kunt noten
lezen.
Als je drumlessen neemt leer je ook meteen noten lezen.
Want als je een liedje wilt spelen is het vaak wel handig om even te spieken.
Voor
drummers is het ook heel belangrijk om te weten wat de maat en de
tellen zijn van de muziek, omdat de drummer de maat aan moet geven
bij de band.
Bij de meeste muziek zitten er vier tellen in een
maat.
Elke trommel of bekken heeft zijn eigen noot.
Die noten staan op een notenbalk. Dat is een vak met allemaal lijntjes.
Een noot ziet er uit als een balletje die aan een stok hangt. Staat de stok bijvoorbeeld
op de onderste lijn, dan speel je de floortrom.
Staat de stok op de lijn daar boven, dan speel je de 2e trom.
staat de stok weer op de lijn daar boven dan speel je de 1e trom, en zo gaat het maar door.
Dat is de basis die je moet kennen. Er zijn ook natuurlijk nog meer noten die aangeven
wat en waarneer je iets moet spelen. Elk boek met drumnoten schrijft het vaak wel weer
iets anders dan de andere.
Het is ook erg belangrijk dat je goed de rusten opschrijft.
Rusten zijn noten die aangeven waarneer en op welke tel je moet wachten met spelen.
Hoofdstuk 6: Hoe wordt een drumstel gemaakt
Drumstellen worden al heel lang gemaakt, maar ze worden steeds ingewikkelder. Ze bestaan uit heel veel verschillende onderdelen. Het is geen instrument dat je zomaar zelf kan maken.
Het drumstel bestaat uit verschillende drums en bekkens. Het ziet er behoorlijk ingewikkeld uit.
De trommels zelf worden van hout gemaakt. Het hout wordt daarvoor in planken gezaagd. Daarna gaat het in een soort stoombad. Door de vochtige warmte kan het hout gebogen worden tot een ronde vorm.
De uiteinden worden aan elkaar gelijmd, en dan gaat er een stevige nylon ( een soort kunststof) band omheen. Als het hout weer helemaal is opgedroogd, is het al bijna een trommel. Het hout wordt daarna geschuurd zodat het een gladde buitenkant krijgt.
Bovenop die trommel komt een drumvel. Dat vel werd vroeger gemaakt van dierenhuid. Tegenwoordig is het van plastic. Het drumvel wordt over de drum (trommel) gespannen. Een machine maakt hele kleine gaatjes in het vel zodat het aan de drum bevestigd kan worden. Het vel wordt in de vorm van de drum geperst en er komt een ijzeren ring omheen. Dan wordt alles in elkaar gezet.
De bekkens van een drumstel worden gemaakt van verschillende metalen. Tin, koper en zilver worden gesmolten en gemengd in een hele hete oven. Daarna worden ze in de goede vorm geperst. Soms wordt er nog een patroontje in de bekken geperst voor een beter geluid.
Dit zijn de belangrijkste onderdelen van een drumstel.
De klank van het drumstel wordt voor het grootste
gedeelte bepaald door de vellen die erop zitten. Drumstokken kunnen
ook voor effecten zorgen. Vellen als stokken zijn er in veel
soorten.
Hoe een drum klinkt hangt ook af van het materiaal
waarvan de ketel is gemaakt. Een ketel is de trommel zonder het vel.
De dikte en de diepte van de ketel bepalen het geluid. Ook is
belangrijk hoe goed het vel kan trillen bij de trommel. Want de
trilling zorgt voor het geluid.
dit is een cool werkstuk ook al heb ik hem niet gelezen.
dit is een cool werkstuk ook al heb ik hem niet gelezen.